maandag, juli 21, 2008

Vijfdaagse fietsvakantie in de Alpen.





De fietsvakantie in de Franse Alpen zit erop. Op vijf dagen tijd beklom ik niet minder dan 13 Alpentoppen. Samen met vrienden Jos, Kristof en Filip mochten we genieten van schitterend zomerweer, mooie bergen en prachtige klims en afdalingen. Het was dan ook een ontnuchtering om gisteren terug in het regenachtige en kille België te arriveren. Hier kan je het verslag lezen: Na een zeer vlotte heenreis op 14 juli (Franse nationale feestdag) komen we aan in ons hotel in Monetier Les Bains. Dit plaatsje ligt langs de weg van Grenoble naar Briancon op 1500 meter en maakt deel uit van het skigebied Serre Chevalier. De hoogst gelegen stad van West Europa, Briancon, bevindt zich op slechts 14km. In de zomer ademt deze streek sport uit. Overal zie je wandelaars en wielertoeristen. Het mooi gelegen hotel "l'Europe et des Bains" zal vijf dagen lang onze uitvalsbasis zijn. Op de eerste dag staan er meteen drie beklimmingen op het menu. Via Briancon gaat het richting Italië, langs de col de Montgenevre(1854 meter), en verder langs de N91 tot boven op Sestriere. De klim van de Montgenevre vanuit La Vachette is niet zo moeilijk, langs enkele bochten loopt het lekker tot boven. Vanuit het Italiaanse Cesana Torinese gaat het dan richting Sestriere. Op deze klim reed Bjarne Riis op de grote plaat naar boven , en echt moeilijk is de col niet. Enkel de laatste 3km zijn steil, met stukken tot 12%. Daar is het keerpunt van deze dag, via dezelfde weg gaat het terug naar Monetier. Na een lunch in Cesana volgt nog de zwaardere oostkant van de Montgenevre. Vooral de eerste kilometers zijn na een middagstop niet van de poes. Als we eenmaal de galerijen en de tunnels voorbij zijn zwakt de klim af en volgt de top snel. Vanuit Briancon is het dan nog 14km "klimmen" aan 2 a 3% tot onze thuisbasis. De eerste dag zit erop. Woensdag 16 juli belooft een zware dag te worden. Na de middag volgt het "monster" van de Granon, maar eerst moeten we tot boven op de col d'Izoard geraken via Briancon, een lange klim van 19,5km. Tot in het bergdorpje Le Laus stelt de Izoard langs deze kant niet veel voor. De laatste 9km beloven wel zwaar te worden. Het is warm en we worden tijdens het klimmen "vergezelt" van een zwerm vliegen. In het bos zitten de zware stukken, het kilometertellertje gaat nu niet meer onder de 8%. Eindelijk zien we de "Refuge Napoleon", nog een dikke kilometer en we zijn boven. Het doet deugd om de zuil op de top van deze legendarische col te aanschouwen. Na de middag wacht de col du Granon, niet zo bekend, maar 11,5km klimmen aan gemiddeld 9,2% zegt genoeg. Daarenboven is het broeierig heet. De voet van deze puist ligt in St. Chaffrey, langs de N91 op een zestal kilometer van Briancon. In de Tour de France lag slechts eenmaal de aankomst op de top, in 1986. Eduardo Chozas won de rit, en Greg Lemond kreeg er zijn eerste gele trui. Het wegdek is niet al te best, en bovenop de top staan er alleen maar legerbarakken en stopt de verharde weg. Gelukkig is de cafetaria wel open. Het voordeel is dat ik deze klim reeds vier jaar geleden bedwong, weliswaar toen 's morgens vroeg, ik weet wat me te wachten staat. Net buiten le Villard Laté zie je de muur voor je opdagen, en het wordt er niet beter op. Heel de tijd steek ik het kleinste tandje, en het prachtige uitzicht op de vallei doet de pijn even vergeten. Tot 16% maximum gaat de klim, en na 1u12' ben ik boven. Mijn fietsmaat Filip heeft onderweg een lekke band moeten herstellen, maar meldt zich even later ook op de top. We nemen onze tijd en drinken rustig een drankje. Het uitzicht op de toppen van het nationale park des Ecrins is schitterend. Buiten onze verwachting zien we iets later ook Jos en Kristof op de top verschijnen, een buitengewone prestatie. De Granon is bedwongen, onze tweede dag zit erop. Donderdag 17 juli wacht er ons eerst een autotochtje naar Bourg d'Oisans van een 50-tal kilometer. Daar ligt de start van de legendarische klim naar l'Alpe Dhuez. Als opwarmertje fietsen we eerst aan een gezapige 6% naar de top van de col d'Ornon.(11,3km lang). In de Tour de France staat deze klim genoteerd als tweede categorie. Het is echt genieten, en vooral rustig vanwege weinig autoverkeer. Tegen 11u45 zijn we dan klaar om de 21 bochten naar de "Alp" aan te vangen. Dit wordt voor mezelf de enige klim van deze vakantie om er eens echt tegenaan te gaan. Kristof en Jos zijn reeds boven, zij hebben de Ornon niet mee beklommen. Gelukkig weinig vliegen op de flanken van Alpe Dhuez, maar wel veel Noorderburen, zowel fietsend als langs de kant.Dit is duidelijk de Hollandse berg. Zes dagen later zal het Tourcircus hier neerstrijken en de eerste campingcars hebben hun plaatsje al ingenomen. Het is meteen duidelijk; dit is geen klim zoals alle andere. De eerste 3km grijpen meteen naar de keel. Het gaat moeizaam, en ik probeer niet naar de kilometerteller te kijken, want 10 a 11% is niet om te lachen. Van zodra de bochten eraan komen gaat het vlotter. Het autoverkeer is vandaag beperkt(wat me verwondert) en er is sfeer. Overal krijg je aanmoedigingen. Dit is Alpe Dhuez. Net voor het tunneltje op de top stopt de officiele tijdsopname, en daar kom ik door in 1u04. Niet slecht voor een loper. We besluiten van een tweetal kilometer verder te rijden waar de streep getrokken is van de Touraankomst, vandaag nog een troosteloze plaats. Er wordt volop gewerkt om alles tijdig in orde te krijgen en het wegdek heeft hier speciaal voor de Ronde een nieuw laagje asfalt gekregen. Na de lunch wacht nog de klim naar Les deux Alpes, niet zo moeilijk, maar als derde klim van de dag best pittig. Vanaf "Barrage du Chambon" is dit eveneens een mooie uitstap. De ontnuchtering volgt echter 8km verder, want het skioord is druk en oerlelijk. Na een fotosessie aan het monument van Marco Pantani dalen we af, en zit de derde dag erop. Dag 4 kondigt zich aan en de dubbele klim van de Galibier (2646m) staat op het menu. De zon is volop van de partij bij ons vertrek in Monetier,maar een frisse Noorderwind zorgt voor afkoeling. De "makkelijke" kant van deze Alpenreus wordt eerst aangepakt. De 14km lange aanloop via de col du Lautaret kan normaal gezien geen probleem zijn. Het is een prachtige klim langs deze kant, met maar een minpunt, de aanloop is via de N91, maar het verkeer valt goed mee in de voormiddag. Boven op de schitterende top van de Lautaret zien we rechtsaf het bordje staan naar de Galibier.Deze laatste 8km zijn iets pittiger,maar zeker niet onoverkomelijk.Alleen de laatste 500 meter zijn echt steil, tot 15%.Boven op de Galibier is het koud en bewolkt.Kristof en Jos besluiten van terug af te dalen naar de thuisbasis, Filip en ik gaan voor de lange afdaling naar Valloire. Koud en winderig,maar de moeite waard. 19km verder peddelen we rustig door het Alpendorp om terug een beetje op temperatuur te komen en snellen nog vlug naar de top van de col de Télégraphe, die 5km verder ligt. Een echte klim kan je dit niet noemen, slechts 3,5% gemiddeld, maar daarmee zijn we ook eens op de top van de Télégraphe geweest.Intussen is de zon wel volop van de partij, en na een stevige en lekkere crêpe in Valloire zijn we echt terug opgewarmd en wordt het zweten voor de klim van de Galibier langs de moeilijkste kant. Voor mezelf is dit de mooiste rit van heel deze vakantie, tot aan Plan Lachat klimt het gemoedelijk aan gemiddeld 6%, en vanaf dan is het bittere ernst. Maar het sublieme landschap doet de pijn vergeten, en euforisch bereiken we voor de tweede maal vandaag de top van het dak van onze vakantie. Boven is het nu wel volop zon, en al een heel stuk warmer dan enkele uren geleden. Uiteraard nemen we onze tijd om foto's te nemen, zelfs in de afdaling richting Lautaret stop ik nog een paar keer, zoals bij het monument ter ere van Tour de France stichter, Henri Desgrange. Op de top van de Lautaret nemen Filip en ik volop de tijd om te genieten, we laten ons zakken in de ligzetels en genieten van de talrijke gletsjers rondom. De afdaling naar Monetier is een echte roetjsbaan, bijna recht en lekker breed. We halen makkelijk snelheden van meer dan 60km/u.
Zaterdag 19 juli is onze laatste dag, en na een uurtje rijden met de wagen bereiken we Guillestre, waar de andere kant van de col d'Izoard en de col de Vars nog op het menu staan. Naar de top van de Izoard is het 30km, de helft gaat door de sublieme natuurpracht van de "Combe de Queyras". Net voor chateau Queyras is er de afslag links naar de top, en daar begint de echte klim. Mede door de warmte en de lengte is deze kant zwaarder dan die vanuit Briancon. Onder de 8% wordt een uitzondering en de lange vallei langs Arvieux en Brunnisard lijkt vlak, maar is het absoluut niet. Even later doorheen de slingerde weg in het bos worden we weer geplaagd door tientallen vliegen, en de kilometers kruipen nu echt vooruit. We worden echter beloond met een fantastische verrassing, onverwachts duikt daar de "Casse Deserte" op, een schitterend schouwspel van rotsen en steengletsjers. De top is niet ver meer af, nog even langs het monument van Coppi/Bobet, en dan de laatste 1,5km aanvatten. Deze is niet van de poes. Voor de tweede keer in enkele dagen bereiken we de top van de 2361m hoge Izoard. De lange en mooie afdaling naar Guillestre wacht, maar eerst nog even genieten van de Casse Deserte.
Omstreeks 14u nemen we een hap in de vallei, om daarna te starten aan de laatste col van onze vijfdaagse, de Vars. Weer 19km klimmen, het is een zware laatste dag. De eerste zesduizend meter zijn lastig, het is bloedheet en er is geen beschutting. Het is een verademing wanneer we het dorpje Vars bereiken, hier daalt het lichtjes en het steilste stuk is voorbij. In Vars Les Claux gaat het terug naar 8%, het laatste loodje. Bij het mooie meertje aan de Refuge Napoleon zijn we bijna boven, de laatste top is in zicht. Het werd een onvergetelijke uitstap, ook dankzij het gezelschap van Filip, Kristof en Jos. Hieronder geef ik nog enkele statistiekjes. Eerst het lijstje van de 6 mooiste beklimmingen(uiteraard een persoonlijke keuze), daarna een overzicht van de 6 moeilijkste . Natuurlijk is dit laatste lijstje voor interpretatie vatbaar, en onderhevig aan weersomstandigheden en conditie. Voor het opstellen van de zes zwaarste ben ik enkel uitgegaan van het persoonlijke gevoel.
Mooiste klims:
1.Galibier vanuit Valloire
2.Izoard vanuit Guillestre 3.Col du Granon 4.Galibier vanuit Monetier les Bains 5.Izoard vanuit Briancon. 6.Alpe D'Huez

Zwaarste klims:
1.Col du Granon
2.Izoard vanuit Guillestre
3.Alpe D'Huez
4.Galibier vanuit Valloire
5.Izoard vanuit Briancon
6.Col de Vars
Nog even vermelding van de andere beklimmingen: Montgenevre(twee kanten), Sestriere,Ornon,Les deux Alpes,Telegraphe en Galibier vanuit Monetier(over de Lautaret).

2 opmerkingen:

Unknown zei

Feel good......

Anoniem zei

Sterk gefietst Dirk, je benadert stilletjes aan mijn col palmares en je Alpe d'Huez klimtijd is hetzelfde als de mijne in 2003. We moeten toch eens overwegen om als team de Tour Transalp eens te rijden.