vrijdag, augustus 07, 2009
Verslag fietstochten Rauris-Cogolo di Pejo.
Vakantie 2009: Salzburgerland-Trentino.
Dit jaar hadden we onze vakantie deels in Oostenrijk en Italië. We kregen schitterend zomerweer en maakten mooie dagwandelingen in het hooggebergte met hoogteverschillen tot 1200 meter per dag. De looptrainingen stonden twee weekjes op een lager pitje maar dat werd ruimschoots goedgemaakt met de fietsbeklimmingen van enkele kuitenbijters. Volgende passen/passo's werden per fiets bedwongen:
Grossglockner(Edelweissspitze)vanuit Brück: lengte 21,5km;hoogte 2571m (gemiddeld 9%)
Stubachtal(Enzingerboden)vanuit Uttendorf: lengte 15,3km;hoogte 1480m (gemiddeld 6%)
Tre Cime di Lavaredo vanuit meer Misurina: lengte 7,6km;hoogte 2333m (gemiddeld 10%)
Passo Campo Carlo Magno vanuit Dimaro: lengte 15km;hoogte 1682m (gemiddeld 6%)
Pejo vanuit Fucine: lengte 11,8km; hoogte 1579m (gemiddeld 6%)
Passo Gavia vanuit Ponte di Legno: lengte 17km: hoogte 2621m (gemiddeld 8%)
Passo del Tonale vanuit Fucine: lengte 15,2km: hoogte 1883m (gemiddeld 6%)
Passo di Foppa(Il Mortirolo)vanuit Mazzo: lengte 12,9km: hoogte 1852m (gemiddeld 10,5%)
(Foto boven: Top van de Edelweisspitze,hoogste punt van de Grossglocknerstrasse en links de Vorhofalm in het mooie Stubachtal)
Hier volgt het verslag van de gereden fietstochten:
Dinsdag 21 juli:
Op de nationale feestdag wil ik elk jaar iets speciaals doen. Voor dit jaar stond de Grossglocknerpas op het menu vanuit Brück. De eerste 7km naar Fusch zijn lichtlopend, in laatstgenoemd dorpje neem ik nog een "zwarte versterking" om de finale in te gaan; 15 lastige kilometers tot boven. Vanaf het tolstation Ferleiten zal het kilometertellertje niet meer onder de 8% gaan, dat beloofd. Ik zie veel moedige collega's afstappen of vertragen. Deze klim geeft zijn geheimen prijs en die zijn niet mals! Vooral in het grillige stuk dat "Hexenkuche" heet (zijn naam niet gestolen) komen we enkele kilometers niet onder de 10%, een stevige knaap om de vakantie mee te beginnen.Fuschertorl komt in zicht en daar stop ik even om van het uitzicht te genieten. Van hieruit zijn het nog 2000 stevige meters aan 14% tot het hoogste punt van de klim, de Edelweisspitze, over kasseitjes nota bene! Op dit smalle bergweggetje is het een komen en gaan van gemotoriseerde voertuigen maar ik laat me niet uit het lood brengen. De laatste hectometers worden perfect gerond en boven ben ik. Het uitzicht is FENOMENAAL. Het geeft je een panorama van 360° met bijna allemaal 3000-ders, en uiteraard de Grossglockner zelf.
Donderdag 23 juli:
Deze zonnige dag brengt ons in het beeldige en vooral rustige Stubachtal. In een Belgisch tijdschrift las ik enige tijd geleden over de herberg de "Vorhofalm" waar Belgen thuis zijn. De waardin Resi is een persoonlijke kennis van Lucien Van Impe en van zodra ze weet dat we van België komen worden we terstond getrakteerd op een drink van het huis! De Vorhofalm ligt ongeveer halverwege in het Stubachtal, en vanaf daar wordt de klim naar eindbestemming Enzingerboden menens met stijgingspercentages tussen de 7 en de 10%. Nochtans heeft de ganse klim een gemiddelde van 4%, het eerste gedeelte is lichtjes bergop. Het Stubachtal is zeker de moeite om eens in te rijden. De vallei situeert zich tussen Kitzbühl en Zell Am See, en de klim begint in Uttendorf.
Vrijdag 24 juli:
Tijdens een doorreisdag 's middags halt houden en een col oprijden met je fiets... lijkt gek, maar ik heb het toch klaargespeeld. Een kleine 400km dienen we met de wagen te overbruggen naar onze volgende bestemming in Italië, de Pejo vallei. Over de Grossglockner, langs Lienz om daarna in Brixen de autobaan op te rijden. Via een ommetje van 30km passeren we aan het Misurinameer en daar ligt de voet van de legendarische klim naar Tre Cime di Lavaredo(Drei Zinnen).Dit natuurwonder is zowel aangegeven in het Italiaans als in het Duits vanwege de ligging op de grens met Zuid Tirol. Op deze eindklim fietste Eddy Merckx zich in 1968 in de legende van de wielersport. Het zou uiteraard niet zijn laatste exploot zijn. De klim naar de Tre Cime heeft een stekelige eerste kilometer gevolgd door een afdaling tot aan 3,5km. Dan wordt het menens, met bijna 5km aan 12 a 14% gemiddeld, zeg maar 10 keer de Koppenberg na elkaar. Het is druk wanneer we onze wagen exact om 12u parkeren aan het Misurina meer, een grote toeristische trekpleister. We moeten even wennen aan de taal, want er wordt volop Italiaans gesproken. Hele families genieten van een zomerse dag aan dit mooie meer dat wordt gekenmerkt met grote hotels en souvenirwinkeltjes aan de oevers ervan. Terwijl Carine haar lunch bovenhaalt zet ze me eerst mee op weg met de fiets. 200 meter verder aan de voet van de klim duw ik de chronometer in. Links van de weg is een gigantische mobilhomeparking en daar vangt de echte klim aan. Het is een beetje wennen de eerste honderden meters aan het stijgingspercentage want echt "warmgereden" ben ik nog niet. Na een kleine kilometer gaat het in dalende lijn en ik vloek want dat wil zeggen dat de finale beestig lastig wordt. Even later komen de eerste steile stukken eraan. Een pittige Zuidwester maakt het er niet makkelijker op en het is overleven. Harkend, trekkend aan het stuur en regelmatig uit het zadel, op die manier kan ik het tempo erin houden. Mijn kilometertellerke gaat tot 19% en dan wordt het op de lange rechte stukken uitkijken naar de schaarse bochten. Ik ben(bijna)alleen met de natuur want de weg naar boven is een tolweg voor auto's en minimaliseert het verkeer. Af en toe haal ik een lotgenoot in en steek mijn duim omhoog wanneer ik hem passeer. En dan.... het ZICHT van de klim: De Tre Cime recht voor je uit met de Auronzohütte ervoor! Het beeld ook uit het schitterende boek "Mercxissimo", wat een uitzicht! Nog een kleine 2km afzien en zwoegen, liters zweet achterlatend op het warme asfalt , waarop het vocht denkelijk onmiddellijk opdroogt..... De natuur is overweldigend, wat een prachtige klim, wat een schitterende Dolomieten! Boven fiets ik tot het einde van de weg bij de laatste parking en wanneer ik stop sta ik rechtvoor de Drei Zinnen. Het uitzicht is onbeschrijfelijk schitterend.... Na 43 minuten heb ik de 7,6km gerond, 43 minuten om nooit meer te vergeten. Veel tijd heb ik niet, we moeten immers nog een 200km rijden vandaag. In de afdaling stop ik enkele keren(al is dat geen sinecure bij deze percentages!) om foto's te maken. En dan terug bij Carine, met een welgemeend dankuwel dat ik dit kon doen. Er komt nog wel een volgende keer op de Tre Cime.............
Zondag 26 juli:
De klim naar de top van de" Passo Campo Carlo Magno" loopt vanuit de zonnige "Val di Sole" naar het ski-bedevaartsoord Madonna Di Campiglio en dat betekent op deze zondag vrij veel verkeer. Echter wanneer we startplaats Dimaro verlaten wordt het minder druk , maar niet minder steil. De eerste 7km tot net voorbij Folgarida zijn best pittig, maar Carine(die vandaag meefietst) heeft het nergens moeilijk. De laatste 5km zijn vlot overbrugbaar en de uitzichten aan de linkerzijde op het Brenta massief doen de top snel verschijnen. Nergens smaken de cappucino's zo goed als in Italia , we nemen onze tijd boven. In de namiddag brei ik er nog de klim naar Pejo aan in de vallei waar ons hotel gevestigd is. De laatste 5km hebben echt de allure van een Alpencol en de weiden vol kleurige bloemen zijn mooi om te zien.
Dinsdag 28 juli:
We hebben geluk. De dag kondigt zich weer zonnig aan, terwijl Carine een snipperdag neemt zet ik de fiets op de wagen om me naar de voet van de historische Gaviapas te begeven. De verhalen die ik erover gelezen heb spreken tot de verbeelding, de Giro d'Italia die over de Gavia gaat in winterse omstandigheden, het smalle wegdek(inderdaad: op sommige plaatsen slechts 2 meter breed) de steile afgrond zonder vangrails........ Er heerst een gezellige drukte in Ponte di Legno die ochtend, ik ben klaar voor 17 klimkilometers aan 8%. Het gaat gemoedelijk in de aanvangsfaze, de klim neemt elke kilometer met 1% toe, prima om erin te komen. Na Santa Appolonia wordt het ernstig. Een bord naast de weg waarschuwt voor een smaller wegdek en onmiddellijk daarna wordt de breedte gehalveerd. Het asfalt is echter in prima staat en veel auto's kom ik gelukkig niet tegen. Onverbiddelijk passeer ik ook de steile stukken tot 18% , maar 6km voor de top zwakt de klim af naar een matige 7%. Het landschap is intussen adembenemend en ik geef de Gavia de hoogste score wat "landschappelijk schoon" aangaat. 3km voor de top weet ik weer waarom ik verlichting moest bij hebben. Er doemt een donkere tunnel op. Veel zal ik er niet aan hebben, want de fietslichtjes liggen nog op de hotelkamer. Voorzichtig klim ik verder de duisternis in(letterlijk) en probeer me te oriënteren op de zijkanten van de weg. Het is niet makkelijk met een zonnebril op in een daarenboven zeer koude pijp. Eindelijk zie ik terug daglicht en daar ben ik niet rouwig om. De finale ligt voor het grijpen terwijl ik door één grote woestenij van stenen, gletsjers en rotsformaties rijd. De laatste duizenden meters zijn zwaar, want er staan opnieuw twee cijfers op mijn percentagemeterke. Het wegdek is hier ook niet veel soeps, daar wordt nochtans in deze hitte aan gewerkt. Een mooie sneeuwmuur langs de kant van de weg krijgt mijn aandacht en daarna kan ik de laatste 100 meter freewheelend de top bereiken. Onvergetelijke klim................. In de afdaling beslis ik om mijn zonnebril af te zetten tot ik de tunnel uit ben, een verstandige keuze. De afdaling valt trouwens reuze mee.
Na de middaglunch in het hotel doe ik er vandaag nog een schepje bovenop met de 15km lange klim van de Passo del Tonale. Een doorgangsweg van Trento naar Sondrio, maar al bij al valt de drukte van het verkeer zeer goed mee. Wederom staan de prachtige besneeuwde gletsjers te schitteren tegen een azuurblauwe hemel, gedurende de ganse klim zijn ze te bewonderen. Deze Tonalepas is met 6% gemiddeld makkelijk te doen, maar met de Gavia in de benen wordt het toch een pak lastiger. Boven is het een drukte van jewelste , vergelijkbaar met een skioord zoals Les Deux Alpes. Een zalige afdaling is mijn beloning van een sublieme fietsdag.
Donderdag 30 juli:
"Het monster van Lombardije", "de col van Pantani", "een berg voor mountainbikers"(dixit Ivan Basso). Ik geef het toe: deze ochtend vertrok ik met een klein hartje richting Monno. Daar ligt de voet van de Mortirolo, weliswaar de "makkelijke" kant. Aangezien ik aan het vrouwtje had beloofd van niet de hele dag weg te blijven neem ik deze makkelijke zijde met de wagen tot 3km voor de top. Nadat ik de auto heb geparkeerd kan ik 3km "inrijden" tot boven, weliswaar aan bijna 10%. Onmiddellijk dan maar de afdaling van de monsterzijde richting Mazzo di Valtellina , dan weet ik direct wat me straks te wachten staat.... Geen makkie, afdalen aan deze percentages. Snel even aan het Pantani monument gestopt voor een paar foto's en snel even de klim op de vaste plaat vastgelegd en dan naar de voet in Mazzo...... Het is warm wanneer ik omstreeks 11u aan de bijna 13km begin. Nog een schietgebedje , en dan ... ga ik dit wel kunnen met mijn 30/26 versnelling op de racefiets? Twijfels weg, chrono ingedrukt en het gevoel van een eerste schoolreis in het eerste leerjaar. De eerste kilometer gaat gemoedelijk, ik maak nog een "salute" aan enkele dorpelingen van Mazzo en van zodra ik hen toeroep dat ik van "Fiandre" kom krijg ik spontane aanmoedigingen. Na 3km is het vandadde. Mijn kilometertellertje zal niet meer onder de 11% gaan voor de volgende 7 a 8km en hele stukken van 13 tot 18% zijn geen uitzondering. Het stijgingspercentage staat niet in verhouding met de liefelijkheid van de klim. Mooie weilanden en tuintjes wisselen af met koele bosrijke stukken. Het zweet gutst van heel mijn lichaam, dit is werken. Ik ben alleen met mijn ratelende ketting, het gehijg en de vogeltjes die fluiten. De Mortirolo geeft niet af maar ik ook niet. Dan kennen ze Dirk nog niet. Schokschouderend van links naar rechts haal ik nog amper 6km/uur. Een bocht verder "zwakt" de klim af naar 10% , een verademing! Ik passeer het Pantani monument, het is duidelijk dat dit een heilige berg is voor de tifosi. De weg is volgekalkt met namen als Cunego,Basso,Gotti en zelfs Gianni Bugno krijgt nog een eresaluut. Van zodra ik aan de rechterkant langs de Alpenweiden een meertje passeer zwakt de klim af naar 7% en dan ligt de top voor het grijpen! Een oorverdovend "yes" en daarna een gezellige verbroedering met enkele Amerikaanse lotgenoten doen me genieten op de top. Het beest is getemd. Want hoe zwaar deze klim ook is: met de juiste instelling en een goeie conditie is hij niet onoverkomelijk en zelfs voor herhaling vatbaar. Tijdens de korte afdaling naar de wagen trakteer ik mezelf op een schitterend vergezicht en een lekkere cola bij de Albergo Belvedere............. Ik droom intussen van een plek op de Mortirolo tijdens de passage van de Giro d'Italia tussen honderden uitzinnige Italianen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dirk, ik krijg het water in de mond als ik over je beklimmingen lees. Ik herinner me mijn beklimming van de Gavia in de mistige kou en een onweer in de afdaling. Ook de Mortirolo roept prettige herinneringen op. We moeten dringend eens ons gedacht van maken om samen de Transalp te fietsen é.
Een reactie posten