woensdag, augustus 24, 2011

Dolomietencols blinken uit in onregelmatigheid en verbluffende schoonheid.







Zopas terug van een achtdaagse vakantie midden in de Italiaanse Dolomieten. We verbleven in het Val di Fassa, zonovergoten ergens tussen Bolzano en Cortina d'Ampezzo. Vanuit Campitello di Fassa kan je tal van passo's oprijden zonder de wagen te gebruiken. Ik maakte daar voor de volle 100% gebruik van en reed er acht in vier ritten. Daarnaast deden we gezamenlijk weer verbluffende wandelingen onder de schitterende rotsmassieven van dit gebergte. De eerste fietstocht deed ik op een late namiddag.Vanuit het hotel was het slechts 15km naar de top van de Gardecchia Hütte, de finishplaats van de koninginnerit van de voorbije Giro d'Italia. Geen makkelijke klim, slechts 6km lang maar een gemiddeld stijgingspercentage van bijna 10%. Als je weet dat er twee kleine afdalingen inzitten dan kom je aan pieken tot 16%. Vooral de laatste 3km beten stevig in de kuiten. Het uitzicht op het Rosengarten gebergte was werkelijk verbluffend en dat zou niet de laatste keer zijn. Dinsdag 16 augustus was het tijd voor mijn koninginnerit van 100km en bijna 2900 hoogtemeters over 4 cols. De Sellaronde is 56km lang, maar ik zou er een XL Sellaronde van maken. Al vroeg startte ik met de klim naar de top van de Passo Sella. Tijdens de eerste kilometers bedroeg de temperatuur slechts 9° in de schaduw, maar die verdubbelde wanneer de zon door de bomen tevoorschijn kwam. De Sellapas is niet onoverkomelijk , de uitzichten op het Sellamassief en de Dolomietentoppen adembenemend! Na een korte afdaling was ik snel boven op de Passo Gardena, weer een topper qua vergezichten. Na een snelle afdaling kwam ik aan in Corvara, hier start elk jaar de Dolomietenmarathon, een cyclo die op enkele minuten uitverkocht is! Via La Villa kon ik dan klimmen naar de top van de Valparola en in Arraba was ik snel aan de voet van de Passo Pordoi. Deze Pordoi is een kleine Stelvio waard met zijn 33 bochten en uitzicht op de pas. Het was boven een drukte van jewelste, augustus maand en de Italianen met zijn allen op vakantie. Er stond me in deze prachtige rit enkel nog een afdaling te wachten naar het hotel. Op donderdag 18 augustus begaf ik me op de Passo delle Erbe in het Val Badia. Deze Erbe was een zaligheid van een rustmoment, zeer weinig verkeer maar alle spieren aangespannen in de laatste 5km die gemeen steil zijn (9 a 10%).Vanuit Covara reed ik daarna de andere(en volledige) kant van de Passo Gardena op. Het zweet drupte naar beneden met bakken bij meer dan 30° in de vallei. De laatste rit op zaterdag 20 augustus is er eentje om in te kaderen. Vanop de top van de Passo Fedaia daalde ik af richting Caprile(ook een kruispunt van cols) en reed naar de voet van de Passo Giau. Deze pas was in de voorbije Giro nog de Cima Coppi(hoogste top) en de zuidzijde kan je vergelijken met de verschrikkelijke col du Granon in de Alpen (10km klimmen aan 9,5% gemiddeld). Ik had echter een superdag en forceerde me nergens op deze zware Giau. De laatste 3km zijn als één grote postkaart die zich langzaam openvouwt tot een fabuleus vergezicht over 360 graden! Op de top van de Giau heb je het mooiste uitzicht van alle passen op een wereld van steen, bergen en weidse landschappen! Steil omhoog betekent ook snel naar beneden, de Passo Giau is ook een zaligheid om af te dalen. In Caprile nam ik een middagpauze met mijn intussen bekend fietsmenu in Italia: appelstrüdel met ijs en één grote cola. Goed en niet duur. Tijdens de afdeling van de Fedaia bij het begin van deze rit haalde ik mijn snelheidsrecord afdalen van deze vakantie: op het lange rechte stuk meer dan 80km/u. Benieuwd wat dat bergop zou geven. De Passo Fedaia is vanuit Caprile een killer, de eerste 7km zijn nog liefelijk aan 5 tot 7%; maar vanaf Malga Ciapela begint de kleine hel; de kilometerteller gaat niet meer onder de 9% en iets later is daar de lange rechte "autostrada", het lijkt vals plat maar niks is minder waar. 3km klimmen aan 12 a 15% , waar ik daarstraks mijn topsnelheid haalde kom ik nu amper boven de 6km/u en is het stoempen, trekken en hijgen. Boven komen is de boodschap. De haarspeldbochten die even verder volgen zijn een kleine verademing, maar de laatste kilometer tot aan het stuwmeer en de Marmoladagletsjer is weer moordend tot 15%. Zeer tevreden en moe bereik ik het bord met de pashoogte op. Alle passen zijn gereden, ik voel me als in Parijs en doe een rondje rond het vlakke stuwmeer bij wijze van ereronde. Acht passen zijn bedwongen , waarvan zes boven de 2000 meter hoogte. Zondag 21 augustus is onze laatste dag en na een mooie wandeling naar de hoogte van de Sass Pordoi(2950m hoogte) zijn we vroeg terug aan het hotel. Ik kan het niet laten en voeg nog een kers aan de taart toe: de Passo Fedaia langs de makkelijke kant vanuit ons hotel. De top ligt 14,5km verder, ik geniet van deze toegift met volle teugen. Langs deze kant blijft de Fedaia braaf rond de 6%, met een uitschieter tot 9% . Al snel is de top daar en de laatste afdaling een feit.

2 opmerkingen:

Johan zei

Dirk, copain, ge hebt alle cols van mijn dolomieten stage uit 2006 gereden. Het BIG klassement loopt uit, hoe moet ik dat nog goedmaken?

Dirk Vissers zei

Gewoon volgend jaar eens samen op trot gaan hé