maandag, augustus 29, 2011

Waterrat tussen Sluis en Damme, 7.2km ploeteren.



Op sportief vlak wordt 2011 net als onze zomer een kwakkeljaar. Door kleine blessure's en andere omstandigheden vlot het trainen niet zoals het hoort. Eerst problemen met de rug en nu spelen knie en achillespees al een tijdje op. Normaal stond zaterdag de cyclo wedstrijd "Velomediane Criquiellion" op het programma. De 170km over de Ardeense hellingen in La Roche zijn echter maar aan te vatten in een optimale conditie. Vorige week op een trainingstocht van 135km door de Limburgse kempen voelde ik de bui al hangen. Dit wordt niets. Gelukkig was er nog een sportief alternatief. Sedert een paar seizoenen staat een nieuwe afstandszwemwedstrijd op de kalender en aangezien zwemmen het enige is wat nog momenteel vlot lukt, schreef ik me in op de ultrazwemwedstrijd Sluis-Damme met een totale afstand van 7.2km. Op weg naar Damme werden we op enkele fikse regenvlagen getrakteerd. Gelukkig klaarde hemel op tegen de start. Na de inschrijvingsmodaliteiten vertrok Sabien met de fiets naar Sluis en wij, de zwemmers, met de bus.
Met een 40-tal dapperen voor de langste afstand, konden we om 13.30 stipt in de startvakken van de komende Zwintriatlon in Sluis ons even als waterratten gedragen. De eerste km zat er vlug op, maar nabij de 2de brug op anderhalve km was het pompen of verzuipen. Het water zat potdicht door metersdik wier en papbladeren. De organisatie had al tientallen kilo's verwijderd en kayak's probeerden ons een beetje op iets wat een "zwembaar" traject was door te leiden. Na een vijftigtal meter baggeren zaten we terug in open water. Insteken, doorhalen, uithalen, insteken, doorhalen, uithalen, ademen, insteken,....Verstand op 0 en blijven zwemmen. Aha, voor mij de brug van Hoeke, nog 3km wist ik. Aan de kayak gaan bevoorraden met een energiegelleke en terug verder. Na een tiental minuten, hoofd omhoog, de brug moest er toch ongeveer zijn, verdomme wat is dat, precies nog geen meter genaderd. Van optisch bedrog gesproken. De strakke wind op kop zorgde voor een lichte golfslag. Oef, eindelijk de brug. Nog 3 te "gaan". Plons, plons, plons. Veel gebeurd er eigenlijk niet. Enkele vissers die meewarig keken naar de zwemmers en hun verstoorde vangst. Af en toe wat fietsers op het jaagpad. Enkele eenden op het water. Meer kreeg je niet te zien. Gelukkig een persoonlijke begeleidster met de kayak. Lucky me. Ik zat ergens moederziel alleen in de middenmoot, voor mij in de verte de kopgroep in strak tempo en achter mij ook de achtervolging veraf. En Sabien als vurige supporter natuurlijk. Eindelijk in de verte de aankomstlijn met de boot die moet aangetikt worden. Per 500m liggen de boeien in het sop te dobberen. Nooit geweten dat 500m zover was. En dan zijn we er. Oef. 2u19'03" op de totale 7.2km. Dit is een ietsje sneller tempo dan tijdens Damme-Brugge, een 4km zwemwedstrijd die ik een paar jaar terug deed en zelfs nog sneller dan tijdens de Ironman Frankfurt. Clubgenoot Karel Man deed de 3km wedstrijd Hoeke-Damme en finishte in 1u04. Vooral in het Leffe drinken stonden we erna goed onze "Man".

zaterdag, augustus 27, 2011

Tussendoor naar Dwars door Turnhout.

Terugreis en onmiddellijke werkweek verteerd , weekend en opnieuw de draad opgenomen met een loopkoers. Via een sponsor raakte ik aan een startnummer voor Dwars door Turnhout, een gloednieuwe stratenloop in het criterium van de Carrefour Running Tour. De beentjes voelden heel de week maar moeizaam aan. De bergwandelingen, schitterende fietstochten en terugreis waren niet op enkele dagen verteerd. Rustig gelopen heel de week en afgezakt naar Turnhout om er een goeie training van te maken. De organisatie had gezorgd voor een schitterend parcours, start en finish aan het kasteel van Turnhout, door de winkelstraten en via het kanaal Schoten-Mol naar de mooie boswegen die deze Kempense stad rijk is. Zeer afwisselend en de algemene stilte in het bos als verademing voor de drukte van de stad.Niet al te snel van stapel gelopen, aan een tempo net boven de 15km/u. De basis is er, maar van weerstand of snelheid heb ik nog niet veel. Dat is ook goed voelbaar wanneer het wat sneller moet gaan. Niet geforceerd tijdens de wedstrijd, op de zandstroken iets rustiger gelopen en de laatste 2km de gashendel opengedraaid in de mate van het mogelijke. Een tijd van net boven de 43 minuten op de 11km, meer dan de beoogde 15km/u. Het fietsseizoen zit er bijna op (nog één geplande rit) tijd dat ik nog iets van het lopen ga maken dit jaar. Dwars door Turnhout was een zeer gezellige en mooie stratenloop met een fijn publiek dat er niet voor terugschrok om al applaudisserend de atleten aan te moedigen, mooi !

woensdag, augustus 24, 2011

Dolomietencols blinken uit in onregelmatigheid en verbluffende schoonheid.







Zopas terug van een achtdaagse vakantie midden in de Italiaanse Dolomieten. We verbleven in het Val di Fassa, zonovergoten ergens tussen Bolzano en Cortina d'Ampezzo. Vanuit Campitello di Fassa kan je tal van passo's oprijden zonder de wagen te gebruiken. Ik maakte daar voor de volle 100% gebruik van en reed er acht in vier ritten. Daarnaast deden we gezamenlijk weer verbluffende wandelingen onder de schitterende rotsmassieven van dit gebergte. De eerste fietstocht deed ik op een late namiddag.Vanuit het hotel was het slechts 15km naar de top van de Gardecchia Hütte, de finishplaats van de koninginnerit van de voorbije Giro d'Italia. Geen makkelijke klim, slechts 6km lang maar een gemiddeld stijgingspercentage van bijna 10%. Als je weet dat er twee kleine afdalingen inzitten dan kom je aan pieken tot 16%. Vooral de laatste 3km beten stevig in de kuiten. Het uitzicht op het Rosengarten gebergte was werkelijk verbluffend en dat zou niet de laatste keer zijn. Dinsdag 16 augustus was het tijd voor mijn koninginnerit van 100km en bijna 2900 hoogtemeters over 4 cols. De Sellaronde is 56km lang, maar ik zou er een XL Sellaronde van maken. Al vroeg startte ik met de klim naar de top van de Passo Sella. Tijdens de eerste kilometers bedroeg de temperatuur slechts 9° in de schaduw, maar die verdubbelde wanneer de zon door de bomen tevoorschijn kwam. De Sellapas is niet onoverkomelijk , de uitzichten op het Sellamassief en de Dolomietentoppen adembenemend! Na een korte afdaling was ik snel boven op de Passo Gardena, weer een topper qua vergezichten. Na een snelle afdaling kwam ik aan in Corvara, hier start elk jaar de Dolomietenmarathon, een cyclo die op enkele minuten uitverkocht is! Via La Villa kon ik dan klimmen naar de top van de Valparola en in Arraba was ik snel aan de voet van de Passo Pordoi. Deze Pordoi is een kleine Stelvio waard met zijn 33 bochten en uitzicht op de pas. Het was boven een drukte van jewelste, augustus maand en de Italianen met zijn allen op vakantie. Er stond me in deze prachtige rit enkel nog een afdaling te wachten naar het hotel. Op donderdag 18 augustus begaf ik me op de Passo delle Erbe in het Val Badia. Deze Erbe was een zaligheid van een rustmoment, zeer weinig verkeer maar alle spieren aangespannen in de laatste 5km die gemeen steil zijn (9 a 10%).Vanuit Covara reed ik daarna de andere(en volledige) kant van de Passo Gardena op. Het zweet drupte naar beneden met bakken bij meer dan 30° in de vallei. De laatste rit op zaterdag 20 augustus is er eentje om in te kaderen. Vanop de top van de Passo Fedaia daalde ik af richting Caprile(ook een kruispunt van cols) en reed naar de voet van de Passo Giau. Deze pas was in de voorbije Giro nog de Cima Coppi(hoogste top) en de zuidzijde kan je vergelijken met de verschrikkelijke col du Granon in de Alpen (10km klimmen aan 9,5% gemiddeld). Ik had echter een superdag en forceerde me nergens op deze zware Giau. De laatste 3km zijn als één grote postkaart die zich langzaam openvouwt tot een fabuleus vergezicht over 360 graden! Op de top van de Giau heb je het mooiste uitzicht van alle passen op een wereld van steen, bergen en weidse landschappen! Steil omhoog betekent ook snel naar beneden, de Passo Giau is ook een zaligheid om af te dalen. In Caprile nam ik een middagpauze met mijn intussen bekend fietsmenu in Italia: appelstrüdel met ijs en één grote cola. Goed en niet duur. Tijdens de afdeling van de Fedaia bij het begin van deze rit haalde ik mijn snelheidsrecord afdalen van deze vakantie: op het lange rechte stuk meer dan 80km/u. Benieuwd wat dat bergop zou geven. De Passo Fedaia is vanuit Caprile een killer, de eerste 7km zijn nog liefelijk aan 5 tot 7%; maar vanaf Malga Ciapela begint de kleine hel; de kilometerteller gaat niet meer onder de 9% en iets later is daar de lange rechte "autostrada", het lijkt vals plat maar niks is minder waar. 3km klimmen aan 12 a 15% , waar ik daarstraks mijn topsnelheid haalde kom ik nu amper boven de 6km/u en is het stoempen, trekken en hijgen. Boven komen is de boodschap. De haarspeldbochten die even verder volgen zijn een kleine verademing, maar de laatste kilometer tot aan het stuwmeer en de Marmoladagletsjer is weer moordend tot 15%. Zeer tevreden en moe bereik ik het bord met de pashoogte op. Alle passen zijn gereden, ik voel me als in Parijs en doe een rondje rond het vlakke stuwmeer bij wijze van ereronde. Acht passen zijn bedwongen , waarvan zes boven de 2000 meter hoogte. Zondag 21 augustus is onze laatste dag en na een mooie wandeling naar de hoogte van de Sass Pordoi(2950m hoogte) zijn we vroeg terug aan het hotel. Ik kan het niet laten en voeg nog een kers aan de taart toe: de Passo Fedaia langs de makkelijke kant vanuit ons hotel. De top ligt 14,5km verder, ik geniet van deze toegift met volle teugen. Langs deze kant blijft de Fedaia braaf rond de 6%, met een uitschieter tot 9% . Al snel is de top daar en de laatste afdaling een feit.